Iemand anders scheren: hoe pak je dit aan?

Stap 1: Voorbereiding. 

• Zorg dat er in de kamer altijd voldoende licht aanwezig is. Als er niet voldoende daglicht is, gebruik dan een goede, felle lamp. 
• Controleer daarna altijd het scheermesje: is deze scherp genoeg? Zo niet, vervang het mesje dan. 
• Zorg dat de persoon waarbij je gaat scheren in een comfortabele houding zit, waarbij je goed bij zijn (of haar) gezicht kunt. Dit kan zowel zittend als liggend zijn, dit hangt af van jullie voorkeuren en de mogelijkheden.
• Leg een handdoek onder de persoon neer: dit zorgt ervoor dat de stoel, bank of het bed niet nat wordt en onder de haartjes komt. Ook is het hygiënischer en zorgt het voor extra comfort.
• Ga na hoe lang de haren zijn. Zijn deze erg lang? Trim ze dan eerst met een trimmer. Als je dit niet doet, zal het scheren een stuk lastiger gaan, doordat  het mesje sneller verstopt zal raken. Daarbij is er ook een grotere kans op huidirritatie.
• Trek de wegwerphandschoenen aan. Dit zorgt voor extra hygiëne voor zowel jou als de persoon die je gaat scheren.

Stap 2: Was het gezicht

• Maak het washandje nat met lauw tot warm water en maak voorzichtig het gezicht hiermee nat. Wacht hierna 1 tot 2 minuten tot de volgende stap. Op deze manier zullen ze haartjes zachter worden en wordt het scheren makkelijker. 
• Scrub eventueel de huid, zodat de dode huidcellen verwijderd worden. Dit zorgt ervoor dat het mesje minder snel verstopt raakt. Maak het gezicht hierna schoon met warm water. Scrub maximaal 1 keer per week.

Stap 3: Gebruik scheerschuim of -gel

• Let bij het uitzoeken van scheerschuim of -gel goed op het huidtype. Is de huid dun en snel geïrriteerd? Gebruik dan een schuim of gel voor de gevoelige huid. Overleg - indien mogelijk - met de persoon over het soort schuim of gel wat hij of zij eventueel eerder heeft gebruikt.
• Breng scheerschuim of -gel aan op het gezicht. Doordat het een relatief klein oppervlak is, kun je alvast het gehele gebied insmeren. Indien je bijvoorbeeld benen gaat scheren, is het beter de schuim of gel in fases aan te brengen.

Stap 4: Begin met scheren

• Trek voordat je gaat scheren de huid strak met 1 hand. Hierdoor zal het scheren makkelijker gaan en is er minder kans op verwonding.
• Begin bij de bakkebaarden en wangen. Ga daarna door naar de nek en sluit af bij het kin- en snorgedeelte.
• Scheer in korte, stevige bewegingen in de richting van de haargroei. Wees extra voorzichtig bij gevoelige gebieden met een dunnere huid, zoals de hals. 
• Oudere mensen hebben vaak een dunnere huid die minder snel hersteld. Scheer hierbij dus extra voorzichtig. Trek ook de huid niet té strak wanneer je gaat scheren.
• Als je merkt dat de huid erg geïrriteerd wordt of gaat bloeden, stop dan. Zoek uit waar dit aan ligt: is het mesje te bot, heb je niet het goede scheerschuim gebruikt? Heb je de oorzaak gevonden? Ga dan verder en sla het geïrriteerde gebied over. Ook kun je verder gaan met bijvoorbeeld een scheerapparaat.
• Vraag de persoon regelmatig hoe het scheren voelt, en pas je hierop aan.

Stap 5: Spoel het mesje regelmatig af

• Spoel tussendoor regelmatig het scheermes goed af om scheerschuim en haartjes te verwijderen. Zo zorg je dat het niet verstopt raakt en zo optimaal mogelijk blijft werken.

Stap 6: Verzorg en hydrateer het gezicht

• Ben je klaar met scheren? Maak een schoon washandje nat en maak het gezicht hiermee goed schoon. Veeg niet te hard over de huid heen, dan zal de huid sneller gaan irriteren. 
• Dep het gebied voorzichtig droog met een schone handdoek.
• Doe eventueel een aftershave gel, balsem of olie op. Let hierbij altijd op het huidtype van de persoon. Zorg dat je bij een gevoelige huid altijd gebruik maakt van een product zonder alcohol en parfum. 
• Laat het resultaat zien met de spiegel.

1. Houd het scheermes onder een juiste hoek ten opzichte van de huid. Bij een te grote hoek zal je minder controle hebben over het scheermes.
2. Oefen weinig tot geen druk uit op de huid. De scheermes zal het werk doen, je hoeft dus geen extra kracht te zetten.
3. Spoel je mes tussendoor en achteraf altijd goed af. Dit zorgt ervoor dat hij niet verstopt raakt en altijd even goed presteert. Dep na afloop het scheermes altijd goed droog, op deze manier verroest hij niet.
4. Zorg dat jij, maar ook de persoon die je scheert, altijd goed stilzit. Op deze manier heb je de minste kans op uitschieters. Is dit niet goed mogelijk, bijvoorbeeld doordat iemand Parkinson, epilepsie of een spierziekte heeft? Scheer dan zo klein mogelijke oppervlakken of gebruik een scheerapparaat.
5. Gebruik altijd een scheermes voor één persoon, zorg dat deze niet wordt gedeeld. In een mesje komen altijd virussen, bacteriën en dode huidcellen terecht. Als iemand anders dit mesje gebruikt, is het risico op een huidinfectie groot.
6. Neem je tijd, hierdoor heb je minder kans om ‘foutjes’ te maken die kunnen resulteren in wondjes.
7. Luister naar de persoon en ga op je gevoel af. Geeft hij (of zij) aan dat het scheren pijn doet, of merk je dit zelf? Stop dan.
8. Zorg voor ontspannen sfeer. Op deze manier krijg je vertrouwen in elkaar en zullen er minder snel ongemakkelijke situaties ontstaan.